donderdag 7 februari 2013

Tóch een weekendje weg!

Voordat ze mee naar huis mag is er nog een gesprek met de oncoloog. Het is een zwaar gesprek, maar voor mijn gevoel ontgaat de zwaarte haar. Of werkt ontkenning zo? Het lijkt alsof de oncoloog afscheid van haar neemt. Van zijn enige patiënt die zoals hij zegt 'haar arts in de armen vliegt op de gangen van het ziekenhuis'. Wat hij best leuk vindt! Met de pijn gaat het redelijk. De medicatie is verhoogd en vooral de miligrammen Fentanylpleisters. Haar spraak gaat nog moeizaam. Maar al wel een stukje beter. De oncoloog zegt half grappend dat hij haar nu niet meer wil zien hier, hoewel ze altijd welkom is, mocht het nodig zijn. Maar het is geen grap, hij meent het. Voor hem is dit een afscheid. Hij hoopt dat ze nu thuis kan blijven, niet weer terug naar het ziekenhuis moet. Het is zo bizar. Mijn zusje gaat mee naar huis....om daar te sterven. Wanneer? Ik probeer via oogcontact en gebaren een antwoord daarop te krijgen van de oncoloog. Hij steekt twee vingers uit in zijn schoot, drie. Bedoelt hij maanden? Misschien toch een afspraak maken met hem, alleen? Maar eigenlijk wil ik dat niet, zo achter haar rug. Het voelt als verraad naar haar.
We gaan naar huis. Zij is zo blij. En het is best moeilijk om haar blijdschap te zien. Ik ben niet alleen maar blij. Ik ben ook bang. Bang voor wat komen gaat. Bang om haar te verliezen.
Thuis ligt ze heel tevreden in haar bed. Ze is zo opgewekt en ervaart de verhuizing van haar bed met nieuwe dekbedhoes en kussentjes als een feestje. En zoiets doet  ook pijn, hoe blij iemand kan zijn met zulke kleine dingen. Het is niks, ik gun haar de wereld, een mooi leven!



Mijn zusje gaat niet naar het hospice, het hospice komt naar haar, in die zin dat er vanaf dat moment regelmatig iemand van het hospice langskomt. Gewoon om te praten en om te helpen daar waar mogelijk. Dat is fijn. We krijgen ook te horen dat het hospice dag en nacht bereikbaar is, mocht er iets gebeuren, mochten wij hun hulp nodig hebben. De vaste ploeg van de thuiszorg, waarvan elke ochtend iemand komt om haar te wassen en aan te kleden, is al een geweldig iets. Zo lief en zorgzaam als deze mensen zijn, zo betrokken. Maar met de mensen van het hospice worden ook andere dingen besproken. Voorzichtig gaat het soms over sterven, over euthanasie. Maar ook is er de vraag 'wat mijn zusje nog heel graag zou willen doen?'. Ze wil naar Zuid Afrika. Ze wil naar Spanje, naar Engeland. Maar dit kan niet meer. Ze kan alleen liggend vervoerd worden, het is te zwaar en onverantwoord. Er zijn nu meerdere wervels gebroken door de kanker. Haar steeds mager wordende lijfje wordt nu ook omsloten door een corset. Er zit een vuistgrote bal in haar rechterlies. Ze heeft een enorme blauwe plek op haar rug. Ze heeft trombose, haar benen worden nog steeds ingezwachteld.  

Dan komt vriendinlief, tevens onze buurvrouw met een heel leuk idee. Haar ouders hebben een mooi appartement aan de Belgische kust, direct aan zee. En daar zouden we een weekend naartoe kunnen. Met z'n zessen. Mijn zusje ziet het helemaal zitten. En het zestal is snel bij elkaar bedacht. Naast ons drieën wil zij graag ons jongste zusje mee, ons stiefje en een collega die inmiddels een hele goede vriendin van mijn zusje is geworden. Van de mensen van het hospice krijgen we te horen dat het vervoer naar België en weer terug kan plaatsvinden met de wensenambulance. Dat is een veilige manier en voor mijn zusje ook het meest comfortabel. Hoe geweldig is dit?! Maar hier komt hondje eigenwijs weer om de hoek kijken. Ze wil absoluut niet met de ambulance op reis. Tja, en dan kun je hoog of laag springen.....Ik huur een Citroën Picasso.



Jongste zusje en stiefje komen met de trein. En in de Picasso kan de rolstoel gemakkelijk mee én kan zij enigszins comfortabel liggen. De week voor vertrek wordt de pijn echter weer ondraaglijk. Ik bel met het ziekenhuis. De oncoloog wil mijn zusje toch echt opnemen om wederom te kijken wat er tegen de pijn gedaan kan worden. Misschien ook weer bestralingen. Maar zij is onvermurwbaar. Ze gáát naar België. Dit neemt niemand haar af. Dus worden verschillende medicijnen weer met enkele miligrammen en mililiters verhoogd en wordt er aan de lijst methadon en abstral toegevoegd. Na het weekend België zal ze toch weer opgenomen worden, zo komt zij overeen met de oncoloog,  om ondermeer met een anesthesioloog te bespreken wat er tegen de pijn gedaan kan worden.
En dan gaan we! Zij half stoned van de medicatie. En ze is niet de enige  die dat weekend behoorlijk stoned doorbrengt. Vriendinnetje buurvrouw heeft een nekhernia en slikt  inmiddels dusdanig veel pijnstillers  dat ook zij -en op hilarische wijze- nogal onder invloed het weekend meemaakt. Het wordt een weekend om nooit te vergeten. Om verschillende redenen. Het heeft iets heel verdrietigs, want diep in ons hart beseffen we allemaal dat dit de laatste keer zal zijn dat mijn zusje zoiets meemaakt. Aan de andere kant zijn we net een stel uitgelaten pubers, inclusief slappe lach momenten. (wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten