vrijdag 18 januari 2013

Hoeveel pijn kan een mens verdragen?

Augustus 2011. Huilend en krom van de pijn komt ze bij me binnen. Ik schrik enorm, weet dat ze verschrikkelijke rugpijnen heeft. Zogenaamde lage rugpijn, zoals de huisarts het omschrijft en hiervoor pijnstillers voorschrijft. Pijn door spanningen, of juist door het feit dat ze zich eindelijk wat kan ontspannen? Ze klaagt nooit, het enige dat ik haar tot nog toe heb horen verzuchten is 'Och, die rug doet toch zo'n zeer', om daaraan toe te voegen haar 'stopzinnetje' 'Ik kan niet klagen', een lach op haar gezicht te toveren en door te gaan. Maar die middag zit er één hoopje ellende tegenover mij aan tafel. Dit kan zo niet langer. Ik geef haar een glas wijn. Dan gaat ze staan en trekt, kromgebogen, haar zomerjurk over haar hoofd en laat deze op de vloer vallen. Ik schrik me wezenloos. Haar rechterbeen is letterlijk tweemaal zo dik als haar linker. Jij moet onmiddellijk naar de dokter, dit is niet goed, hier kan je niet mee wachten.


Er wordt direct een afspraak in het LUMC voor haar gemaakt, voor een echoscopie. De huisarts is erg geschrokken. Hier is iets anders aan de hand dan alleen 'lage rugpijn' en de huisarts denkt aan trombose. Dat zou heel goed kunnen gezien het feit dat er een geschiedenis bestaat van meerdere TIA's en een groot CVA. Dat gebeurde allemaal toen ze nog in Zuid Afrika woonde en de oorzaak is nooit gevonden. Ze gaat al jaren trouw naar de trombosedienst en slikt haar bloedverdunners die qua dosering regelmatig aangepast moeten worden omdat het al jaren lijkt alsof haar bloed zich 'aanpast' aan die verdunners. Met de 'ik kan niet klagen' mentaliteit waarover zij beschikt hoor je haar dus ook nooit ergens over klagen. Ook niet over het feit dat ze toch echt vaak moeite heeft met woorden vinden door de beschadiging in haar hersenen als gevolg van de TIA's en het CVA, afasie heet dat. Ze moet altijd hartelijk en hard lachen om de fouten die zij maakt met taal. Daarbij is zij ook wel een 'hondje eigenwijs'. Ik heb zelf een paar keer meegemaakt dat ik haar rechter mondhoek even zag hangen, dat ze met haar linkerhand in haar rechterbeen zat te knijpen. Die keren wilde ik onmiddellijk met haar naar het ziekenhuis. Nou, dan kon ik op m'n kop gaan staan, maar dat gebeurde niet! Na een halve tot een hele minuut trok alles dan weer bij en lachte ze alles weg. Ik ben daar boos over geweest, heel boos. Hondje eigenwijs is hier misschien wel een understatement!

 
Echoscopisten dragen ook witte jassen, dus krijg je er weinig uit losgepeuterd. Wij moesten een aantal keren vragen 'Wat ziet u?', voordat we überhaupt respons kregen. De echoscopist bleef erg lang met het apparaat rond haar buikstreek hangen, maar tijdens het antwoord op onze vraag zoefde ze met het ding naar haar knieholte. 'Kijk' zei ze, 'dat ziet er helemaal goed uit hoor. Zie je, dit is een bloedvat en de bloedtoevoer is helemaal normaal'. Dat had als een geruststelling moeten klinken, maar dat deed het niet, want ik heb ook ogen. En weer ging ze naar de buikstreek. En bleef stil. Na tien minuten veegde ze de buik schoon en liep weg om een paar minuten later terug te komen met een stewardessenglimlach tijdens motorpech. 'Nou, ik heb even met de huisarts gebeld en daar kunnen jullie nu meteen naar toe hoor'.
De huisarts kon ons vertellen dat er een opgezette klier in haar lies zichtbaar was en dat er al een afspraak gemaakt was voor een CT scan in het Diaconessen ziekenhuis in Leiden. De volgende morgen. En neem maar iets van een pyjama mee, voor de zekerheid.
We zijn naar mijn huis gegaan waar zij uiteindelijk uitgeput door de pijn in slaap viel. Ik ben gaan googelen en werd heel erg bang.
Zij werd pas bang de volgende dag toen inderdaad bleek dat de internist haar even in het ziekenhuis wilde houden, dit om meerdere onderzoeken te doen. Ze brak en begon vreselijk te huilen om daarna met een mond als een streep te verkondigen dat ze niet in het ziekenhuis bleef. Maar ze bleef wel, het moest. En wat een klein beetje hielp was de opmerking van de internist dat de pijn aangepakt zou gaan worden. Die avond ben ik in haar huis gaan slapen. De honden konden daar natuurlijk niet alleen blijven, maar ik kon ze ook niet mee naar mijn huis nemen. Voor de grote hond was ik een beetje bang zelfs, die leek mij iets te veel op zijn in Engeland verblijvende baas. Ik had hem ooit een keer alleen in de auto gehad en het beest zat alleen maar in mijn nek te grommen tijdens de rit. Heel eng. Maar in zijn eigen huis liet hij het grommen achterwege. Haar huis was een troosteloze puinhoop. Overal de sporen van de bijl en machete en zij had -en dat kon ik mij heel goed voorstellen-  er eigenlijk niks aan gedaan om met de meubels uit de Kringloop er nog iets van te maken. Het stonk er ook verschrikkelijk naar hond. De volgende dag ben ik gaan opruimen, schoonmaken en vervolgens gaan schuiven met bank, stoelen, bureau en meer om het enigszins gezellig te maken voor als zij weer thuis zou komen. Ik kocht een paar rollen vrolijk gekleurd plakplastic waarmee ik de beschadigde ijskastdeur en de muur achter het aanrecht -die helemaal vol zat met hakbijlsporen- beplakte. Ik hing de rode gordijnen op die zij van een gezamenlijke vriendin had gekregen, maar welke zij nog steeds niet had opgehangen, zette kaarsen neer en kocht fruit, gewoon voor de kleur. Van thuis haalde ik twee schilderijen die de kale muren enige schwung gaven. Aan het eind van de dag was het zowaar best gezellig geworden.  
 
 
 
 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten