Het dikke been wordt veroorzaakt door een opgezette lymfeklier in haar lies. Na allerlei onderzoeken waaronder CT scans en een punctie wordt besloten de lymfeklier te verwijderen voor nader onderzoek. Gelukkig is het een dagopname. Zij is er vrolijk en laconiek onder. Heeft maar één ding voor ogen. Van die pijn afkomen. Maar ja, de ergste pijn komt van haar rug en daar is men in het ziekenhuis niet echt op gefocust. Verder heeft ze een aantal keren zwarte stroperige ontlasting gehad. Hoe laconiek kunnen medici hierop reageren? 'Ach, dat zal een bloedinkje hoog in de darmen of in de maag zijn. Dat zal wel door de bloedverdunners komen'. Moet zij zich maar geen zorgen over maken. En daarbij krijgt ze nu een hoop pijnstillers tegen de rugpijn. Eerst die klier verwijderen en onderzoeken op ontstekingscellen en ja, ook op kankercellen. 'Maar', zoals de internist zegt 'er zijn zo veel lymfeklier aandoeningen, kanker moeten we echt niet meteen aan denken'. Zij denkt daar ook helemaal niet aan. Ik ben degene die dankzij het internet alléén nog maar aan kanker kan denken. Goed gemutst met papieren groen mutsje gaat ze richting OK. Ik ga naar huis en kan niet wachten om haar weer op te halen. Ben 's middags dan ook veel te vroeg weer terug in het ziekenhuis. Zij ligt nog op de verkoever. Maar eindelijk komt ze dan het kamertje binnengereden. Ze is vrolijk, uitbundig bijna en wil meteen het bed uit en naar huis. Zo werkt het niet, ze moet nog een paar uur blijven. We worden verschrikkelijk melig van het hangen in die kamer. Ensceneren horror taferelen die we op foto vastleggen. Zij met een stekker in haar neus, de borstkas omhoog gedrukt en ogen wijd opengespert, het operatiemutsje nog op haar hoofd, alsof ze gedefibrileerd wordt en met een mes (gewoon bestek dat met het eten meekwam) diep in haar dijbeen gedrukt vlak onder de grote pleister in haar lies. We blazen latex handschoenen op en proppen er een stuk of wat van in mijn handtas. Gewoon uit baldadigheid. Rond een uur of zeven mag ze dan eindelijk met me mee. Thuisgekomen trekken we een fles witte wijn open en proosten op het feit dat de klierige klier er niet meer is. Later op de avond komt mijn oudste zoon langs en na de nodige glazen wijn wil zij dánsen! Hetgeen ze ook doet, samen met mijn zoon, want je kunt wel 'niet doen' roepen, luisteren daarnaar doet ze niet. Ik heb haar honden opgehaald, die nerveus heen en weer rennen. Mijn kat zit blazend op de trap en mijn hondje wordt nerveus van haar nerveuze honden. Het is hier een zooitje en we drinken te veel, maar we hebben het reuze gezellig. Ontlading. En zij heeft geen pijn!
Er volgen twee weken van wachten op de uitslag. In die tussentijd zijn we al weer een keer op de eerste hulp beland. Dit omdat er op de plaats van de verwijderde klier een enorme bobbel is ontstaan. Dit wordt afgedaan als een inwendige bloeduitstorting.....uhm....dansen!? Ook wordt het been waar de klier is verwijderd weer enorm dik. Samen gaan we na een bezoek aan de huisarts naar een praktijk waar lymfeklierdrainage massage gegeven wordt en zij krijgt een afspraak voor de week daarop. De pijn in haar rug komt terug, dwars door de pijnstillers heen. Dan hebben we eindelijk de afspraak met de internist voor de uitslag. Het lijkt wel een goed nieuwsgesprek. Hij denkt niet aan Hodgkin, niet aan non-Hodgkin, niet aan de ziekte van Kahler, kortom er zijn geen 'onrustige' oftewel kankercellen aangetroffen. Wel zijn er -horen wij nu opeens- op de CT scan een heleboel opgezette klieren in haar buikstreek te zien. Het zou 'iets' kunnen zijn dat voortkomt uit een probleem met haar baarmoeder. Ze hééft helemaal geen baarmoeder meer! Deze is vijf jaar daarvoor in Zuid Afrika verwijderd, omdat ze doorlopend menstrueerde hetgeen toegeschreven werd aan de bloedverdunners die zij toen al slikte. Dan kun je gaan lachen, huilen of boos worden. Zij kiest voor het eerste daar in de kamer van de internist. Ik kies voor het laatste. Ik vraag dan ook aan hem of het wellicht een beter idee is om voor verder onderzoek naar het LUMC hier in Leiden te gaan in plaats van door te rommelen in streekziekenhuis. Misschien is een academisch ziekenhuis een betere optie? De internist verzekert ons dat er nauw contact mét het LUMC is, dat alles in overleg gebeurd met een team van specialisten aldaar. Diezelfde middag gaan we naar de gynaecoloog voor een echo van haar eierstokken. Want, tja, als er geen baarmoeder is -hoe kúnnen ze dat niet gezien hebben!- ligt de oorzaak misschien bij de eierstokken. De gynaecoloog hoort zeer geduldig het hele verhaal aan en ik bespeur irritatie naar de gang van zaken tot nu toe bij hem. Hij maakt een echo en vindt slechts één eierstok. Die er gezond uitziet. Terwijl wij bij hem zitten probeert hij de internist te bellen. Hij vindt het een curieus verhaal. En is het duidelijk niet eens met de manier waarop de onderzoeksmolen draait. De internist is niet bereikbaar. En weer gaan we naar huis zonder eigenlijk iets te weten, behalve dan dat het er gelukkig op lijkt dat ze geen kanker heeft. Er volgen weken van verschrikkelijke pijn en bezoeken aan de huisarts die uiteindelijk zegt dat hij denkt dat de klier los staat van de rugpijn en dat die rugpijn veroorzaakt wordt door ischias, een beknelde zenuw. Hij besluit haar een injectie op de plek waar hij voelt dat er iets niet goed zit te geven. De injectie doet niks. Het is niet meer om aan te zien, ik zie haar in een paar weken tijd kilo's afvallen, constant verkrampt van de pijn, huilend 'ik kán niet meer, ik kán niet meer'! Nee, het kan niet meer en dus belandt ze weer in het ziekenhuis voor nader onderzoek. 's Nachts, zo hoor ik van een mede patiënt kruipt ze huilend over de gang, als een dier dat een plek zoekt om te sterven. Ze zijn erg lief voor haar, de verpleging. En de artsen doen echt hun best om de pijn te bestrijden. Hetgeen niet lukt. Er volgen nieuwe CT scans, puncties en uiteindelijk in een ander ziekenhuis een PET scan. Ze krijgt inmiddels een hele ris aan pijnstillers, waaronder nu ook Fentanyl pleisters. De pijn gaat er dwars doorheen.
Mijn woonkamer heb ik inmiddels heringericht. Er staat een bed voor haar in de kamer. En gelukkig is er iemand gevonden die tijdeljke woonruimte zocht, haar huis intrekt en zo ook voor de honden kan en wil zorgen. Een zorg minder. Ze ligt regelmatig een paar dagen in het ziekenhuis om 'tussendoor' met nog meer pijnstilling mee naar huis te mogen.Ondertussen is zij ervan overtuigd, dwars door de pijn heen, dat het beslist geen kanker is. Ondertussen ben ik ervan overtuigd dat het absoluut kanker is. En dat deze verspreid wordt door de lymfeklieren. Het internet, ja.
Op 6 oktober 2011, ze ligt weer in het ziekenhuis, komt de internist naar ons toe om te zeggen dat we een uurtje later in een kamer elders op de afdeling een gesprek zullen hebben. De uitslagen van alle onderzoeken zijn er. Waarom dit gesprek niet op haar kamer? Ik weet nog goed wat ik voelde in mijn lijf toen en dat ik niet, niet naar dat kamertje wilde. En toen zag ik bij haar voor het eerst naast pijn ook angst in die grote groene ogen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten